BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
PARKEREN VAN DE MACHINE
WAARSCHUWING
•
Vermijd plotseling stoppen. Geef uzelf voldoende
ruimte om te stoppen.
•
Parkeer de machine op stevig, vlak terrein.
Vermijd het parkeren van de machine op een helling.
•
Als de machine toch op een helling moet worden
geparkeerd, plaatst u blokken onder de rupsbanden en
g r a a ft u d e w e r k u i t r u s t i n g i n d e g r o n d o m t e
voorkomen dat de machine verschuift.
•
Indien de bedieningshendels per toeval geraakt
worden, kunnen de werkuitrusting of de machine plots
gaan bewegen, wat kan leiden tot ernstige ongevallen.
Wanneer u de bestuurderszitplaats verlaat moet u de
hendel van de veiligheidsvergrendeling altijd in de
LOCK-stand vastzetten.
•
Plaats het blad bergafwaarts en laat het op de grond
zakken.
1. Plaats de linker en de rechter rijhendel (1) in de neutrale
stand en stop de machine.
2. Verlaag het toerental tot LAAG STATIONAIR met behulp
van de knop voor brandstofregeling (2).
3-54
WERKING
RYA16800
120°
RYA16810
RYA17840
RYA17550
RYA17410
3