Inhoudsopgave
Advertenties
TRANSPORT
TRANSPORT
Houd u bij het transport van de machine aan de geldende wetten en voorschriften en besteed bijzondere aandacht
aan de veiligheid.
TRANSPORTPROCEDURE
De basisregel is dat men de machine vervoert met een oplegger.
Selecteer de oplegger zodat hij overeenstemt met het gewicht en de afmetingen gegeven in "SPECIFICATIES (5-
2)".
Onthoud dat de waarden van het gewicht en afmetingen gegeven in SPECIFICATIES kunnen verschillen
afhankelijk van het type rupsband, arm en andere opzetstukken.
LADEN EN AFLADEN VAN DE MACHINE
•
Laat de motor draaien bij laag toerental, schakel de lage rijsnelheid in en bestuur de machine traag bij
het laden en afladen.
•
Kies een plaats uit met een stevige en vlakke ondergrond voor het laden en afladen van de machine.
Hou een veilige afstand van de kant van de weg.
•
Gebruik oprijplanken met ruim voldoende breedte, lengte, dikte en sterkte en installeer ze met een
helling van maximaal 15°. Wanneer men aangevulde grond gebruikt moet men deze aangevulde grond
intensief verdichten en maatregelen nemen om te voorkomen dat de voorkant van de helling zou
inzakken.
•
Verwijder vooraf alle vuil en modder van de rupsbanden van de machine om het wegglijden op de
oprijplanken te vermijden. Wees er zeker van dat de oprijplanken zuiver zijn en vrij van water, sneeuw,
ijs, vet of olie.
•
Voer nooit een stuurcorrectie uit op de oprijplanken. Het gevaar bestaat dat de machine kantelt. Indien
nodig moet u terug van de oprijplanken rijden, de rijrichting corrigeren en opnieuw de oprijplanken
oprijden.
•
Gebruik de werkuitrusting niet voor het laden en lossen. Dat is gevaarlijk.
•
Wanneer de machine zich op de loopplank bevindt mag men enkel de besturingshendel bedienen.
•
Het zwaartepunt van de machine zal plots wijzigen aan de verbinding tussen de oprijplanken en de
oplegger, en dan bestaat het gevaar dat de machine haar evenwicht verliest. Rij traag over dit punt.
•
Bij het zwenken van de bovenstructuur bovenop de oplegger, wordt de oplegger onstabiel; trek
bijgevolg de werkuitrusting in en zwenk traag.
•
Vergroot de variabele spoorbreedte voordat u begint te werken.
Tijdens het laden en lossen moet u altijd oprijplanken of een platform gebruiken en te werk gaan zoals hieronder is
aangegeven.
3-60
WAARSCHUWING
WERKING
3
3
3
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
