PROBLEMEN EN HUN OPLOSSING
Starten met startkabels
Ga als volgt te werk wanneer u de motor start met startkabels.
Startkabels aansluiten en loskoppelen
WAARSCHUWING
•
Bij het aansluiten van de kabels dient u ieder contact
t u ss e n d e p l u s k a b e l ( + ) e n d e m i n k a b e l ( – ) t e
vermijden.
•
Draag steeds een veiligheidsbril wanneer u de motor
start men een startkabel.
•
Vermijd elk contact tussen de machine die moet
worden gestart en de machine die als starthulp wordt
gebruikt, om te voorkomen dat er vonken ontstaan
waardoor het waterstof dat vrijkomt van de accu's
explodeert. Een explosie van waterstof veroorzaakt
ernstige schade en verwondingen.
•
Zorg ervoor dat u zich niet vergist wanneer u de
startkabels aansluit. Bij de laatste aansluiting (naar het
frame van de koepel) ontstaat er een vonk. Daarom is
het raadzaam de kabel zo ver mogelijk van de accu aan
te sluiten. (Vermijd in ieder geval de opzetstukken,
want dat zijn slechte geleiders).
•
Waak er bij het loskoppelen van de startkabels over
dat contact tussen de klemmen onderling of met het
machineframe wordt vermeden.
BEMERKING
•
De startkabels en de klemmen moeten aangepast zijn aan de afmetingen van de accu.
•
De accu die wordt gebruikt om de motor te starten, moet een groter of ten minste hetzelfde vermogen
hebben als de accu van de te starten machine.
•
Controleer of de kabels en klemmen niet gecorrodeerd of beschadigd zijn.
•
Zorg ervoor dat de kabels en klemmen stevig op hun plaats zitten.
•
Controleer of de vergrendelingshendels van beide machines in de 'vergrendelde' stand staan.
•
Zorg ervoor dat alle hendels in de neutrale stand staan.
•
Voordat u twee machines met elkaar verbindt via accukabels, dient u de hoofdschakelaar van de niet
werkende accu UIT te zetten en de sleutel uit de hoofdaccuschakelaar te verwijderen om mogelijke
schade aan het elektrisch systeem van de machine te voorkomen.
3-74
3
WERKING
RYA00790