VEILIGE BEDIENING VAN DE MACHINE
STARTEN VAN DE MOTOR MET EEN STARTKABEL
Als in de methode voor het aansluiten van de startkabels een fout wordt gemaakt, kan de accu ontploffen. Neem
dus altijd het volgende in acht.
•
Het starten met startkabels dient met twee personen te
gebeuren (één in de bestuurderszetel en de andere bij de
accu).
•
Wanneer men met behulp van een andere machine start,
moet men ervoor zorgen dat de beide machines niet met
elkaar in aanraking komen.
•
Voordat u de hulpkabels aansluit, dient u ervoor te zorgen dat
zowel de contactsleutel als de hoofdschakelaar van de accu
in de OFF-stand staan.
•
Sluit eerst de pluskabel (+) en daarna de min- of massakabel
(-) aan bij het aansluiten van de startkabels. Na het starten,
koppelt u eerst de min- of massakabel (-) en daarna de
pluskabel (+) los.
•
Bij het verwijderen van de startkabels let u erop dat de
startkabelklemmen elkaar niet raken of dat de klemmen de
machine niet raken.
•
Draag steeds een veiligheidsbril en rubberen handschoenen
bij het starten van de machine met startkabels.
•
Wanneer u een draaiende machine door middel van
startkabels aansluit op een machine met startproblemen,
g e b r u i k d a n e e n d r a a i e n d e m a c h i n e m e t d e z e l f d e
accuspanning als de te starten machine.
•
Zie "Starten met startkabels (3-74)" voor meer gedetailleerde
informatie over de startprocedure met startkabels.
2-32
VEILIGHEID
2
RYA00790
RYA00800