BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
RIJDEN OP HELLINGEN
WAARSCHUWING
•
Hef de grijper ongeveer 20 tot 30 cm boven de grond
tijdens het rijden.
•
Rij een helling nooit af in achteruit.
•
Als u over verhevenheden of andere hindernissen rijdt,
houd de werkuitrusting dan dicht tegen de grond en
rijd langzaam.
•
Begin nooit te draaien of rij niet parallel op hellingen.
•
Zet de machine steeds op een vlakke ondergrond om
deze werkzaamheden uit te voeren.
•
Dit duurt langer maar is heel wat veiliger.
•
Werk of rijd altijd op zodanige wijze dat u op ieder
ogenblik veilig kan stoppen als de machine wegglijdt
of onstabiel wordt.
•
Wanneer men de werkuitrusting draait of bedient bij
het werken op een helling kan dit de machine uit
evenwicht brengen waardoor hij kantelt, vermijd dus
dergelijke handelingen.
Het is bijzonder gevaarlijk een geladen grijper
bergafwaarts te zwenken.
•
Indien dergelijke werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd, moet men met opgehoopte aarde een
platform maken op de helling zodat de machine
horizontaal kan staan tijdens het werken.
•
Rijd geen steile hellingen op of af. Het gevaar bestaat
dat de machine kantelt.
•
Rijd nooit hellingen op die meer dan 15° steil zijn
aangezien de machine hierdoor kan kantelen.
•
Indien op een helling de schoenen doorslippen of als
het onmogelijk is de helling op te rijden met de kracht
van de rupsband alleen, mag de trekkracht van de arm
niet gebruikt worden om de machine bij te springen.
Het gevaar bestaat dat de machine kantelt.
•
Vergroot de variabele spoorbreedte voordat u begint te
werken.
1. Gebruik bij het afrijden van steile hellingen de rijhendel en
de hendel voor brandstofregeling om de rijsnelheid laag te
houden.
Plaats bij het afrijden van een helling steiler dan 10°, de
werkuitrusting in de positie aangegeven in de figuur aan de
rechterzijde, en verlaag het toerental van de motor.
3-48
20-30 cm
WERKING
3
RYA00550
RYA17680
RYA00560