Inhoudsopgave
Advertenties
VEILIGE BEDIENING VAN DE MACHINE
TRANSPORT VAN DE MACHINE
LADEN EN LOSSEN
Verkeerde handelingen tijdens het laden of lossen kunnen de
machine doen kantelen of vallen. Wees daarom uiterst
voorzichtig. Ga steeds als volgt te werk.
•
Voer de laad- en loswerkzaamheden alleen uit op een
stevige, vlakke ondergrond. Hou een veilige afstand van de
kant van de weg of van een klif.
•
Gebruik nooit de werkuitrusting om de machine te laden of af
te laden. Het gevaar bestaat dat de machine valt of kantelt.
•
Gebruik altijd voldoende sterke oprijplanken. Zorg ervoor dat
de oprijplanken breed, lang en dik genoeg zijn om een veilige
laadhelling te garanderen. Neem de nodige maatregelen om
te voorkomen dat de oprijplanken verschuiven of loskomen.
•
Zorg ervoor dat het oppervlak van de loopplank schoon is en
dat er geen vet, olie, ijs en losse materialen aan vastkleven.
Verwijder het vuil van de rupsbanden van de machine. Wees
bij regenweer extra voorzichtig, omdat het oppervlak van de
oprijplanken dan glad is.
•
Laat de motor met laag toerental stationair draaien, schakel
de lage rijsnelheid in en bestuur de machine traag bij het
laden en afladen.
•
Voer nooit een stuurcorrectie uit op de oprijplanken. Indien nodig moet u terug van de oprijplanken rijden, de
rijrichting corrigeren en opnieuw de oprijplanken oprijden.
•
Wanneer de machine zich op de loopplank bevindt, mag behalve de rijhendel geen enkele bedieningshendel
gebruikt worden.
•
Het zwaartepunt van de machine zal plots wijzigen aan de verbinding tussen de oprijplanken en de oplegger,
en dan bestaat het gevaar dat de machine haar evenwicht verliest. Rij traag over dit punt.
•
Waak er bij het laden of lossen op een kade of platform over dat de kade of het platform voldoende breed,
sterk en effen is.
•
Bij het zwenken van de bovenstructuur bovenop de oplegger, wordt de oplegger onstabiel; trek bijgevolg de
werkuitrusting in en zwenk traag.
•
Blokkeer na het laden de machinerupsbanden en maak deze vast.
VERVOER VAN DE MACHINE
Volg de onderstaande richtlijnen wanneer u de machine op een aanhangwagen of oplegger vervoert.
•
Het gewicht, de transporthoogte en de globale lengte van de machine verschillen naargelang van de
werkuitrusting. Controleer dus eerst de afmetingen.
•
Als u over bruggen of structuren op privaat grondgebied moet rijden, controleert u eerst of de structuur sterk
genoeg is om het gewicht van de machine te dragen. Als u op de openbare weg rijdt, gaat u dit eerst na bij de
bevoegde autoriteiten en volgt u hun richtlijnen.
•
Voor details over de transportprocedure, zie "TRANSPORTPROCEDURE (3-60)".
2-30
(1)
Blokken
(2)
Loopplank
(3)
Afstand tussen de oprijplanken
(4)
Hoek van de oprijplanken: Max. 15°
(5)
Blok
VEILIGHEID
2
2
RKA27170
2
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
