ONDERHOUD
RUBBERSCHOENSPANNING CONTROLEREN EN AFSTELLEN
(Machine uitgerust met rubberschoen)
De slijtage van de rubberschoen is afhankelijk van de werkomstandigheden en het bodemtype. Controleer de
slijtage en rupsbandspanning dus telkens wanneer dat nodig is. Zet de machine stil op een stevige, horizontale
ondergrond voor het uitvoeren van een inspectie of onderhoud.
Met name bij nieuwe machines of nadat nieuwe rupsbanden zijn geïnstalleerd en de spanning is afgesteld op de
opgegeven waarde, zal de rupsbandspanning gedurende de eerste 5 tot 30 uur verslappen wanneer de machine
tijdens het werken voortdurend heen en weer moet rijden. Als de rupsbandspanning regelmatig wordt aangepast
tot de eerste verslapping niet langer optreedt, voorkomt u dat de schoenen aflopen door onvoldoende
rupsbandspanning.
Indien wordt doorgewerkt wanneer de rubberschoen is losgekomen, zal de rupsband aflopen en voortijdige
slijtage van de kern veroorzaken.
Controle
1. Verrijd de machine tot de verbinding (M) van de
rubberschoen zich bovenaan bevindt, op een punt in het
midden tussen het kettingwiel en de spanrol.
2. Breng de machine iets omhoog door de giek en de arm te
gebruiken.
Bedien hierbij de hendels langzaam.
3. De standaardspeling tussen de schouder van de
rubberschoen en het loopvlak van de 2e rupsbandrol van
het kettingwiel bedraagt 10 tot 15 mm.
Als de rupsbandspanning niet op de standaardwaarde is
ingesteld, regel dan bij als volgt.
I n d i e n h a n d e l i n g e n w o r d e n v e r r i c h t m e t d e
r u b b e r s c h o e n e n l o s ( a l s d e s p e l i n g v o o r d e
rupsbandspanning groter is dan 20 mm), zal de rupsband
aflopen, en dit leidt tot voortijdige slijtage van de kern.
ONDERHOUDSPROCEDURES
RYA03260
RYA18390
10-15 mm
RYA18400
4
4-31