Verlichting
Rijverlichting ................................ 95
Binnenverlichting ......................... 99
Verlichtingsfuncties ...................... 99
Rijverlichting
Lichtschakelaar
Bedieningen rijverlichting
Om de rijverlichting aan of uit te zet‐
ten, draait u aan de knop op de licht‐
schakelaar. De lichtschakelaar heeft
de volgende vier standen:
m OFF: om alle verlichting uit te scha‐
kelen, draait u de knop naar de stand
OFF.
Alle verlichting gaat uit en de knop
komt weer terug in de oorspronkelijke
AUTO stand.
Verlichting
AUTO: de rijverlichting en de instru‐
mentenverlichting gaan automatisch
aan of uit, afhankelijk van de lichtcon‐
dities buiten.
8: de achterlichten, kentekenver‐
lichting, de verlichting van het instru‐
mentenpaneel en de parkeerlichten
zijn verlicht.
9: de koplampen en alle bovenge‐
noemde verlichting gaat branden.
Automatische verlichting
95