Om veiligheidsredenen moeten
brandstofblikken, -pompen en -
slangen correct zijn geaard. Stati‐
sche elektriciteit kan benzinedam‐
pen doen ontploffen. U kunt
brandwonden oplopen en uw auto
kan beschadigd raken.
9 Gevaar
Zet de motor af en schakel externe
verwarmingen met verbrandings‐
kamers uit alvorens te beginnen
met tanken. Schakel mobiele tele‐
foons uit.
Elektromagnetische velden of sta‐
tische ontladingen van mobiele te‐
lefoons kunnen aanleiding geven
tot ontsteking van brandstofdam‐
pen.
Brandstof is brandbaar en explo‐
sief. Niet roken. Geen open vuur
of vonken. Volg de bedienings- en
veiligheidsinstructies van het tank‐
station tijdens het tanken.
Verwijder statische elektriciteit
aan uw handen door een voor‐
werp beet te pakken dat statische
elektriciteit kan afvoeren terwijl u
de tankdop of het vulpistool aan‐
raakt of opent.
Vermijd handelingen die statische
elektriciteit kunnen opwekken,
zoals in- en uitstappen tijdens het
tanken. Statische elektriciteit kan
aanleiding geven tot het ontbran‐
den van brandstofdampen.
Wanneer u brandstof in de auto
kunt ruiken, dient u de oorzaak
daarvan onmiddellijk door een
werkplaats te laten verhelpen.
Rijden en bediening
De tankdopklep bevindt zich op de
achterzijkant van de auto.
1. Schakel de motor uit.
193