Draai aan de draaiknop om het vo‐
lume in te stellen.
(17) Knop STIL [@]
Houd de knop ingedrukt om de stil‐
schakelfunctie aan of uit te zetten.
Een externe speler aansluiten
Sluit de audio-uitgang van de externe
audiospeler aan op de AUX-ingang 1
of 2 (optioneel).
■ AUX 1: ondergebracht in het info‐
tainmentapparaat
AUX 2: ondergebracht binnenin het
handschoenenkastje bij de voor‐
passagiersstoel
■ Het infotainmentsysteem schakelt
automatisch naar de ingang voor
extern geluid (AUX) zodra de ex‐
terne audiospeler wordt aangeslo‐
ten.
Druk op CD/AUX om over te schake‐
len naar de ingang voor extern geluid
als het externe audiosysteem al was
aangesloten.
Draai aan de draaiknop VOLUME
[VOL] om het volume in te stellen.
Infotainmentsysteem
Telefoon
Bluetooth®
Hoofdknoppen/draaiknop
De volgende hoofdknoppen en draai‐
knop worden gebruikt om muziekbe‐
standen af te spelen of om telefoon‐
functies via een Bluetooth-apparaat
te gebruiken.
(9) Knop CD/AUX
Wanneer een Bluetooth-apparaat
met een muziekspelerfunctie is aan‐
gesloten, drukt u meerdere malen op
deze knop om de Bluetooth-audioaf‐
speelfunctie te selecteren.
(14) Knop MENU met draaiknop
TUNE
■ Druk in de Bluetooth-telefoonmo‐
dus op deze knop om het menu‐
scherm weer te geven.
■ Draai aan de draaiknop om naar
het menu of de instellingswaarde te
gaan.
145