Als het waterpeil in het brandstoffilter
een bepaald niveau overschrijdt, gaat
de lamp water in brandstof U bran‐
den.
Tap in dat geval het water onmiddel‐
lijk uit het brandstoffilter af.
Voorzichtig
Zorg voor het aftappen dat u ge‐
heel vertrouwd bent met deze
werkzaamheden.
Wij adviseren u contact op te ne‐
men met een erkend reparatiebe‐
drijf.
1. Zoek naar het brandstoffilter
rondom de brandstoftank.
2. Zet een wateropvangbak onder
het brandstoffilter.
3. Draai de aftapplug met een platte
schroevendraaier linksom.
4. Wacht totdat al het water wegge‐
stroomd is en draai de aftapplug
rechtsom vast.
5. Voer de brandstof voorafgaand
aan het starten van de motor als
volgt op:
Schakel het contact IN, wacht on‐
geveer 5 seconden en zet het
contact in de stand LOCK. Her‐
haal dit meer dan 3 keer.
Voorzichtig
Als u blijft rijden met een bran‐
dende waarschuwingslamp U,
kan het brandstofsysteem ernstig
beschadigd raken.
Tap het water onmiddellijk af uit
het brandstoffilter.
Verzorging van de auto
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet
het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Het contact driemaal achter‐
een 15 seconden lang inschakelen.
Motor vervolgens maximaal 40 se‐
conden laten starten. Deze procedure
na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangen
Goed werkende voorruitenwissers
zijn uitermate belangrijk voor een
goed zicht en veilig rijden. Inspecteer
de staat van de ruitenwisserbladen
regelmatig. Vervang harde, verbrok‐
kelde of gescheurde bladen of exem‐
plaren die vuil op de voorruit achter‐
laten.
Vreemde stoffen op de voorruit of de
wisserbladen kan de werking van de
ruitenwissers nadelig beïnvloeden.
Als de balden niet goed wissen, rei‐
nigt u zowel de voorruit als de bladen
215