26
Sleutels, portieren en ruiten
U kunt het kofferdeksel ook ontgren‐
delen door de ontgrendelingshendel
voor het kofferdeksel naast de be‐
stuurdersstoel omhoog te trekken.
9 Waarschuwing
Niet met een geopende of op een
kier staande achterklep rijden,
bijv. bij het vervoer van omvang‐
rijke bagage, aangezien er dan gif‐
tige uitlaatgassen in de auto kun‐
nen binnendringen.
Voorzichtig
Kijk voordat u het kofferdeksel
opent of er boven de auto niets in
de weg zit, zoals een garagedeur,
om schade aan het kofferdeksel te
voorkomen. Controleer altijd het
gedeelte vlak boven en achter het
kofferdeksel .
Let op
Terwijl de motor draait, kan het kof‐
ferdeksel worden geopend met de
keuzehendel in de stand "P" (auto‐
matische versnellingsbak) of met
aangetrokken handrem (handge‐
schakelde versnellingsbak).
Let op
Als er bepaalde zware accessoires
op het kofferdeksel worden gemon‐
teerd, zal deze mogelijk minder ge‐
makkelijk open blijven staan.
Sluiten
<Type 1>
Het kofferdeksel wordt gesloten door
hem aan te drukken zodat deze goed
in het slot zit.
Druk niet op het slotpaneel terwijl u
het kofferdeksel sluit. Het kofferdek‐
sel kan dan weer opengaan.
<Type 2>
Het kofferdeksel wordt gesloten door
hem aan te drukken zodat deze goed
in het slot zit.
Voorzichtig
Zorg dat u met uw handen of even‐
tuele andere lichaamsdelen, van
uzelf of anderen, volkomen buiten
het sluitgedeelte van het koffer‐
deksel blijft.