J: de luchtstroom is vooral naar de
vloer gericht en naar de voorruit, een
geringe hoeveelheid lucht stroomt uit
via de zijuitstroomopeningen.
V: de luchtstroom is vooral naar de
voorruit gericht, een geringe hoeveel‐
heid lucht stroomt uit via de zijuit‐
stroomopeningen.
Verwarming
Normaal verwarmen
1. Draai de temperatuurregelknop
naar het rode gebied om te ver‐
warmen.
2. Draai de luchtcirculatieknop.
3. Zet de aanjagerknop op de ge‐
wenste snelheid.
Maximaal verwarmen
Gebruik de stand voor maximale ver‐
warming om snel op te warmen.
Gebruik dit niet gedurende langere
perioden. Dit kan leiden tot een on‐
geluk, omdat de lucht in het interieur
muf wordt en de ruiten kunnen be‐
slaan wat kan leiden tot verminderd
zicht voor de bestuurder.
Om de ruiten helder te krijgen, draait
u de luchtverdeelknop naar de stand
ONTDOOIEN V.
Maximaal verwarmen:
1. Druk de recirculatieknop in voor
de recirculatiemodus.
2. Draai de temperatuurregelknop
helemaal naar het rode gebied om
te verwarmen.
3. Zet de aanjagerknop op de maxi‐
male snelheid.
Klimaatregeling
De voorruit ontvriezen
1. Draai de luchtverdeelknop naar
ONTDOOIEN V.
2. Draai de temperatuurregelknop
naar het rode gebied voor warme
lucht.
3. Zet de aanjagerknop op de hoog‐
ste snelheid voor snelle ontwase‐
ming.
4. Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
163