9 Waarschuwing
Het gebruik van ongeschikte ban‐
den of velgen kan tot ongelukken
leiden en maakt de typegoedkeu‐
ring van het voertuig ongeldig.
9 Waarschuwing
Gebruik gaan andere banden-/
velgmaten dan die oorspronkelijk
op het voertuig werden geplaatst.
Dit kan van invloed zijn op de vei‐
ligheid en prestatie van het voer‐
tuig. Dit kan leiden tot problemen
met sturen, omrollen en ernstig let‐
sel. Let er bij het vervangen van
banden op dat alle vier de wielen
dezelfde maat hebben, van het‐
zelfde type en merk zijn, hetzelfde
profiel hebben en dezelfde draag‐
kracht hebben. Het gebruik van
een andere maat of een ander
type kan de rij-eigenschappen, de
afstand tot de grond, de remaf‐
stand, en de betrouwbaarheid van
de snelheidsmeter ernstig beïn‐
vloeden.
Wieldoppen
Gebruik wieldoppen en banden die
door de fabriek voor de desbetref‐
fende auto zijn goedgekeurd en daar‐
mee aan alle eisen voor de desbe‐
treffende combinatie van wielen en
banden voldoen.
Indien geen wieldoppen en banden
worden gebruikt die door de fabriek
zijn goedgekeurd, mogen de banden
niet voorzien zijn van een velgbe‐
schermingsrand.
Wieldoppen mogen de koeling van de
remmen niet belemmeren.
9 Waarschuwing
Het gebruik van ongeschikte ban‐
den of wieldoppen kan tot plotse‐
ling drukverlies leiden met onge‐
lukken als mogelijk gevolg.
Verzorging van de auto
Wieluitlijning en
bandbalans
De banden en wielen zijn af fabriek
uitgelijnd en gebalanceerd voor een
zo lang mogelijke levensduur en de
beste algehele prestaties. Regelma‐
tig uitlijnen en balanceren van wielen
resp. banden is niet nodig.
De wielophangingssystemen en
stuurinrichting van uw auto moeten
zich na transport weer enige tijd zet‐
ten en zich aanpassen aan uw rijstijl,
het aantal inzittenden en eventuele
aanwezige bagage. GM raadt aan
eerst 800 km met de auto te rijden
voordat wordt nagegaan of het stuur‐
wiel van uw auto trekt. Iets naar links
of rechts trekken, afhankelijk van de
opbolling van het wegdek en/of an‐
dere wegdekgesteldheden, zoals uit‐
hollingen of voren, is normaal. Laat
de uitlijning daarom alleen controle‐
ren als de auto veel naar een van
beide kanten trekt of als u ongebrui‐
kelijke slijtage van de banden vast‐
stelt. Als de auto onderweg op een
effen wegdek trilt, moeten de banden
en wielen wellicht opnieuw worden
237