Geen accessoires aansluiten die
stroom leveren, zoals laadtoestellen
of accu's.
Aansluitingen niet beschadigen door
het gebruik van ongeschikte stekkers.
USB-laadpoorten
Er zitten twee USB-poorten in de
middenconsole. Deze poorten
kunnen worden gebruikt als aanslui‐
ting voor het opladen of voor infotain‐
ment.
Externe apparaten 3 131.
Instrumenten en bedieningsorganen
Aan de achterkant van de midden‐
console bevinden zich nog twee
USB-aansluitingen voor het opladen.
Alle USB-poorten leveren 2,1 A bij 5
V.
Let op
Houd de USB-poorten altijd schoon
en droog.
Inductief opladen
9 Waarschuwing
Inductief opladen kan de werking
van geïmplanteerde pacemakers
of andere medische apparaten
nadelig kunnen beïnvloeden.
Raadpleeg vóór gebruik van een
inductieve oplader zo nodig een
arts.
9 Waarschuwing
Haal vóór het opladen van een
mobiele telefoon alle metalen
objecten van de oplader, aange‐
zien deze voorwerpen zeer heet
zouden kunnen worden.
Met PMA of Qi compatibele mobiele
telefoons kunnen inductief worden
opgeladen.
Een beschermkap voor de mobiele
telefoon kan het inductief opladen in
de weg staan.
De auto moet zijn ingeschakeld, in de
servicemodus staan of opgeslagen
energie uit.
Voertuig starten en stoppen 3 158.
De bedrijfstemperatuur is -20 °C tot
60 °C voor het laadsysteem en 0 °C
tot 35 °C voor de telefoon.
73