● Geen lichtsignaal (na indicatie
van de groene of gele oplaadsta‐
tusindicator) - Geen claxonpiep‐
jes: Controleer de aansluiting van
de oplaadkabel. Als de aanslui‐
ting in orde is, kan dit te maken
hebben met een elektriciteits‐
netstoring en begint het laden op
een later tijdstip. Dit kan ook
gebeuren als de auto een storing
in het hoogspanningslaadsys‐
teem heeft waargenomen.
● Geen lichtsignaal - drie claxon‐
signalen: De oplaadklep staat
open.
● Geen lichtsignaal - meerdere
claxonsignalen: De voeding werd
onderbroken, voordat de oplaad‐
procedure kon worden voltooid.
De claxonsignalen stoppen
wanneer de voeding binnen
90 seconden wordt hersteld.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Gedurende een van de boven‐
staande situaties kan het systeem de
hoogspanningsaccu thermisch condi‐
tioneren. Dan moet er elektrische
energie naar de auto worden overge‐
bracht.
Als de auto is ingestoken en is inge‐
schakeld, knippert de oplaadstatusin‐
dicator of deze brandt continue
groen, afhankelijk van het laadni‐
veau. Dit gebeurt ook tijdens Moto‐
rondersteunde verwarming als de
auto is ingeschakeld.
Als de auto op het stopcontact aange‐
sloten is en de lamp oplaadstatus uit
staat, is er een oplaadstoring gede‐
tecteerd.
Oplaadkabel
9 Gevaar
Er is een kans op elektrische
schokken met mogelijk letsel of de
dood als gevolg.
Gebruik de oplaadkabel niet als
deze ook maar enigszins bescha‐
digd is.
De klep van de oplaadkabel niet
openen of verwijderen.
Onderhoud alleen door geschoold
personeel. Sluit de oplaadkabel
met onbeschadigde kabels op een
goed geaard stopcontact aan.
Rijden en bediening
Onder de achterste vloerafdekking in
de bagageruimte ligt een draagbare
oplaadkabel voor het opladen van de
hoogspanningsaccu van de auto
3 203.
Belangrijke informatie over het
opladen van de auto met een
draagbaar oplaadapparaat
● Het opladen van een elektrisch
voertuig kan het elektrische
systeem van een gebouw meer
belasten dan bij een gewoon
huishoudelijk apparaat.
● Laat het elektrische systeem
(wandcontactdoos, bekabeling,
aansluitingen en beveiligingen)
voordat u de auto op een wand‐
contactdoos aansluit door een
deskundige monteur inspecteren
en controleren op geschiktheid
voor zwaar gebruik bij een conti‐
nue belasting van 10 A.
● Bij normaal gebruik en mettertijd
kunnen stopcontacten versleten
of beschadigd raken. In dat geval
zijn ze niet geschikt voor het
opladen van een elektrisch voer‐
tuig.
215