108
Verlichting
Binnenverlichting
Regelbare instrumenten‐
verlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende
lampen regelen.
● instrumentenverlichting
● Info-display
● verlichte schakelaars en bedie‐
ningselementen
Draai aan het kartelwieltje A totdat de
gewenste lichtsterkte is bereikt.
Binnenverlichting
De interieurverlichting wordt bij het in-
en uitstappen vanzelf ingeschakeld
en dooft met enige vertraging.
Interieurverlichting voorin
Activeren door de volgende toetsen in
te drukken:
: automatisch in- en
w
uitschakelen
druk op d : aan
druk op K : uit
Leeslampen
Deze worden bediend door de knop‐
pen aan de voorkant in te drukken.
Verlichting zonneklep
Brandt wanneer u het klepje opent.