Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 149
Elektronisch
klimaatregelsysteem ............... 149
Luchtroosters ............................. 153
Verstelbare luchtroosters ........ 153
Vaste luchtroosters .................. 154
Onderhoud ................................. 154
Luchtinlaat ............................... 154
Pollenfilter ................................ 154
Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 154
Service .................................... 154
Klimaatregelsystemen
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Let op
Dek de sensor op het instrumenten‐
paneel niet af, om te voorkomen dat
de automatisch geregelde aircondi‐
tioning niet goed werkt.
In de automatische modus worden
temperatuur, luchtopbrengst en lucht‐
verdeling automatisch geregeld.
Klimaatregeling
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling h, B, C
● luchtopbrengst E
● automatische modus AUTO
● ontwasemen en ontdooien
hMAX
Verwarmbare achterruit f 3 36.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 34.
149