Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Uitschakelen
Druk op y; de controlelamp m op de
instrumentengroep brandt wit.
De cruisecontrol wordt gedeacti‐
veerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen voor het later hervatten
van de snelheid.
Automatisch uitschakelen:
● De rijsnelheid is lager dan ca.
25 km/u.
● U trapt op het rempedaal.
● De keuzehendel is in N.
● Het Traction Control of elektroni‐
sche stabiliteitsregeling is actief.
Uitschakelen
Druk op m; controlelamp m in de
instrumentengroep dooft. De
opslagen snelheid wordt gewist.

Snelheidsbegrenzer

De snelheidsbegrenzer voorkomt dat
de auto een vooraf ingestelde snel‐
heidslimiet overschrijdt.
De snelheidslimiet kan worden inge‐
steld op een snelheid hoger dan
25 km/u.
De bestuurder kan alleen accelereren
tot de vooraf ingestelde snelheid. Bij
het afrijden van hellingen zijn afwij‐
kingen van de snelheidslimiet moge‐
lijk.
Als het systeem geactiveerd is, wordt
de ingestelde snelheidslimiet op het
Driver Information Center weergege‐
ven.
Inschakelen
L indrukken.
Rijden en bediening
Als de cruise control eerder geacti‐
veerd was, wordt deze uitgeschakeld
als de snelheidsbegrenzer wordt
geactiveerd en de controlelamp m
dooft.
Ingestelde snelheidslimiet
Accelereer tot de gewenste snelheid
en druk kort op SET/-: de huidige
snelheid wordt als de maximumsnel‐
heid opgeslagen.
De snelheidslimiet verschijnt op het
Driver Information Center.
173

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave