Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en oplaadklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld. Een voor‐
waarde is dat de instelling is geacti‐
veerd in de persoonlijke instellingen
3 94.
Werking van handzender
Ontgrendelen
Druk op (.
De ontgrendelmodus kan in het menu
Persoonlijke instellingen op het info-
display worden ingesteld. U kunt uit
twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de bagageruimte
en de oplaadklep worden met
één druk op ( ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
bagageruimte en de oplaadklep
worden met één druk op
Sleutels, portieren en ruiten
( ontgrendeld. Om alle portieren
te ontgrendelen, drukt u twee‐
maal op (.
Selecteer de desbetreffende instel‐
ling in Instellingen, I Voertuiginstel‐
lingen op het info-display.
Info-Display 3 88.
Persoonlijke instellingen 3 94.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte afstandsbediening. Opge‐
slagen instellingen 3 20.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep 3 29.
Vergrendelen
Sluit de portieren, de bagageruimte
en de oplaadklep.
21