Einde van de oplaadprocedure
1. Wacht tot de laadprocedure volle‐
dig is afgesloten, de autostekker
is ontgrendeld en het oplaadsta‐
tuslampje groen oplicht of uit is.
2. Haal de DC-autostekker uit de
DC-oplaadaansluiting op de auto
en sluit de stofafdekking.
3. Sluit de klep van de oplaadaan‐
sluiting door stevig op het midden
ervan te drukken, opdat deze
goed vergrendelt.
4. Zet de elektrische handrem hand‐
matig los alvorens met de auto te
gaan rijden.
5. Voor een nieuwe DC-oplaadpro‐
cedure moet u de DC-autostekker
verwijderen en opnieuw aanslui‐
ten.
Programmeerbaar laden
Programmeerbare laadmodi
U kunt de huidige oplaadmodus in het
infotainmentdisplay bekijken door op
Energie en vervolgens op Opladen te
tikken.
De geschatte tijden voor het starten
en het beëindigen van het opladen
verschijnen ook op het scherm. Deze
schattingen zijn het meest nauwkeu‐
rig als de stekker van de auto aange‐
sloten is en bij gematigde temperatu‐
ren. Voor een nauwkeurige schatting
maakt de auto ook gebruik van een
interne klok voor programmeerbaar
laden, niet van de klok in het instru‐
mentenpaneel.
Oplaadmodus selecteren
Tik op Energie en vervolgens op
Opladen en selecteer de gewenste
oplaadmodus.
Onmiddellijk
Rijden en bediening
De auto begint met opladen zodra
deze op een stopcontact aangesloten
is.
Selecteer de Laadlimiet, zie hieron‐
der.
Vertrek
De auto schat de begintijd van het
opladen met het oog op de gepro‐
grammeerde vertrektijd voor de
huidige dag van de week. Het opla‐
den begint op de begintijd en is op de
vertrektijd alleen voltooid als er na het
aansluiten van de oplaadkabel
voldoende tijd is.
Selecteer Met voorrang opladen tot
Aan of Uit (bij prioriteitladen wordt de
auto onmiddellijk tot een vooraf gede‐
finieerd peil opgeladen).
Vertrektijd invoeren
Bij de vertrekoplaadmodus kunt u de
vertrektijd invoeren volgens uw
persoonlijke schema.
207