176
Rijden en bediening
Druk op V, de huidige instelling
verschijnt op het Driver Information
Center.
Druk herhaaldelijk op V om de
gevoeligheid van het systeem te wijzi‐
gen. De geselecteerde instelling
verschijnt ook op het Driver Informa‐
tion Center. Bij het uitschakelen van
de auto wordt de laatst geselecteerde
instelling opgeslagen.
Uitschakelen
U kunt het systeem deactiveren in het
menu Persoonlijke instellingen 3 94.
De frontaanrijdingswaarschuwing
wordt weer geactiveerd met de laatst
geselecteerde waarschuwingsge‐
voeligheid wanneer de auto weer
wordt ingeschakeld.
Algemene informatie
9 Waarschuwing
De frontaanrijdingswaarschuwing
is een waarschuwingssysteem dat
de remmen niet activeert. Bij het
met een te hoge snelheid naderen
van een voorligger, kan er onvol‐
doende tijd zijn om een aanrijding
te voorkomen.
De bestuurder aanvaardt de volle
verantwoordelijkheid voor het
bewaren van een veilige onder‐
linge afstand bij de betreffende
verkeers-, weers- en zichtomstan‐
digheden.
De bestuurder moet onder het
rijden altijd zijn of haar onver‐
deelde aandacht aan het verkeer
geven. De bestuurder moet altijd
gereed zijn om actie te onderne‐
men en te remmen.
Systeembeperkingen
De frontaanrijdingswaarschuwing is
bedoeld om alleen te waarschuwen
voor voertuigen, maar kan ook op
andere obstakels reageren.
In de volgende gevallen detecteert de
frontaanrijdingswaarschuwing
wellicht geen voorliggers of kunnen
de prestaties van de sensor beperkt
zijn: