194
Rijden en bediening
Voorcamera
Een weergave van het gebied vóór de
auto kan in het info-display worden
weergegeven. Het vooraanzicht
wordt weergegeven wanneer er van
R naar D wordt overgeschakeld en
wanneer de auto langzamer dan
8 km/u rijdt.
9 Waarschuwing
De camera(s) geven geen kinde‐
ren, voetgangers, fietsers, krui‐
sende verkeersdeelnemers,
dieren of andere objecten buiten
het zichtveld van de camera's,
onder de bumper of onder de auto
weer. De getoonde afstanden
kunnen verschillen van de werke‐
lijke afstanden. U mag niet alleen
op deze camera's rijden of parke‐
ren. Controleer altijd achter en
rond de auto alvorens te gaan
rijden. Bij onvoorzichtig gebruik
kunt u letsel, dodelijke ongevallen
of schade aan de auto veroorza‐
ken.
Het systeem werkt ook als de omge‐
ving donker is, maar mogelijk minder
goed.
Achteruitkijkcamera
De achteruitkijkcamera helpt de
bestuurder bij het achteruitrijden door
middel van een weergave van het
gebied achter de auto.
Het camerabeeld verschijnt op het
info-display.
9 Waarschuwing
De achteruitrijcamera kan nooit
het zicht van de bestuurder
vervangen. Let op: voorwerpen
die zich buiten het bereik van de
camera en de sensoren van de
geavanceerde parkeerhulp bevin‐
den, bijv. onder de bumper of
onder de auto, worden niet
getoond.
Rijd nooit achteruit als u alleen op
het Info-Display hebt gekeken.
Controleer eerst de omgeving aan
de achterzijde en rondom de auto
voordat u achteruit rijdt.
Inschakelen
De achteruitkijkcamera wordt auto‐
matisch ingeschakeld als de auto in
de achteruitversnelling wordt gescha‐
keld.