244
Verzorging van de auto
De druk wordt voor iedere tempera‐
tuurstijging van 10 °C met bijna
10 kPa verhoogd. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Center ziet, is
de werkelijke bandenspanning. Bij
een afgekoelde band is deze waarde
iets lager, maar is de band niet lek.
Bandenspanningscontrole‐
systeem
Het bandenspanningscontrolesys‐
teem controleert vanaf een bepaalde
snelheid eenmaal per minuut de
bandenspanning van alle vier de
banden.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontrole‐
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier
onderhoud van de banden door de
bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden
moeten de voorgeschreven banden‐
spanning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspan‐
ningscontrolesysteem wettelijk
vereist is, vervalt de typegoedkeu‐
ring van de auto bij het gebruik van
wielen zonder spanningssensoren.
U kunt de actuele bandenspannings‐
waarden bekijken op het Driver Infor‐
mation Center.
U opent de bandenspanningspagina
door het auto-infomenu te kiezen met
de knoppen rechts op het stuurwiel en
op { of } te drukken om banden‐
spanning te selecteren.
Reset het systeem als volgt:
● Houd 9 ingedrukt tot het
bandenspanningscontrolesys‐
teem om een controle vraagt.
● Druk opnieuw op 9 om te beves‐
tigen. De claxon gaat twee keer
af.
De systeemstatus en bandenspan‐
ningswaarschuwingen worden
samen met het betreffende wiel
aangegeven in een bericht op het
Driver Information Center.
Voor de waarschuwingen kijkt het
systeem ook naar de temperatuur
van de band.
Afhankelijkheid van temperatuur
3 243.