Inhoudsopgave
Advertenties
84
I
Tijdens het spuiten er op letten, dat de
spuitdruk niet meer dan +/- 25 % van de
voor
de
spuitdruk afwijkt.
Voorbeeld:
Bij een nagestreefde spuitdruk van bijv. 3,2 bar
kan tussen 2,4 en 4,0 bar gespoten worden.
I
Om zeker te zijn van een optimale
behandeling
mogelijke
men nimmer buiten het drukbereik
van
de
spuiten. Zo loopt bijvoorbeeld het
drukbereik van de "05" spuitdop van
1,0 tot 5,0 bar.
Bij de bedieningspanelen "NG" en "TG" moet voor
de
dopgrootte
toegestane
manometer worden afgelezen.
Indien het bedieningspaneel "GG" als extra
uitvoering met een digitale drukaanduiding is
uitgevoerd, dan wordt de maximaal toegestane
spuitdruk
voor
de
automatisch
gecontroleerd
aangegeven.
Bij het gebruik van "AMATRON II A" wordt het
toegestane drukbereik van de doppen in het
gegevensblok "Machine" ingevoerd. Komt tijdens
het spuiten de druk buiten het ingestelde bereik,
geeft de computer een optisch en akoestisch
alarmsignaal.
I
Spuit u slechts met één sectie, dan
moet
op
overgeschakeld.
7.9.1.1
Tankinhoud bedraagt slechts nog ca.
100 l
-
De programmaschakelaar van de stand "Auto"
op
"Handbediening"
tankinhoud nog slechts 100 l bedraagt.
I
Bij dit lage vloeistofniveau kan door
klotsen en slingeren lucht worden
aangezogen.
wervelingen bij de doorstroommeter
waardoor
onbetrouwbaar worden.
-
Wanneer de tank weer opnieuw is gevuld, de
programmaschakelaar weer op de stand "Auto"
omschakelen.
UG Nova SB 236 03/2002
Inbetriebnahme
behandeling
ingestelde
bij
een
zo
gering
milieubelasting,
mag
gemonteerde
doppen
spuitdruk
op
gemonteerde
doppen
en
op
SKS
handbediening
worden
zetten
indien
Dit
veroorzaakt
meetgegevens
de
de
3
3
3
3
Advertenties
Inhoudsopgave
