7.3
Berekenen van de vul- resp. navulhoeveelheden
Voorbeeld 1:
gegeven zijn:
max. inhoud van de tank
resthoeveelheid in de tank
benodigde hoeveelheid water
hoeveelheid spuitmiddel per ha
spuitmiddel A
spuitmiddel B
Vraag:
Hoeveel liter water, hoeveel kg middel A en hoeveel
liter van middel B zijn voor 10 ha spuitoppervlakte
nodig?
Antwoord:
water: 300 l/ha
spuitmiddel A: 1,5 kg/ha
spuitmiddel B: 1,0 l/ha
Berekeningsformule en antwoord op vraag 1:
benodigde hoeveelh. water [l] x concentratie
100
(3000 – 200) [l] x 0,15 [%]
100
Berekeningsformule en antwoord op vraag 2:
beschikbare spuitvloeistof [l] – rest hoev. [l]
benodigde hoeveelheid water [l/ha]
3000 [l] (max. tankinhoud) - 20 [l] (resthoeveelheid)
400 [l/ha] spuithoeveelheid
In bedrijfstellen
3000 l
0 l
300 l/ha
1,5 kg
1,0 l
x 10 ha = 3000 l
x 10 ha =
15 kg
x 10 ha =
10 l
[%]
=
4,2 [l of. kg]
Voorbeeld 2:
gegeven zijn:
max. inhoud van de tank
resthoeveelheid in de tank
benodigde hoeveelheid water
aanbevolen concentratie
Vraag 1:
Hoeveel liter, resp. kg middel is voor een
tankvulling nodig?
Vraag 2:
Hoeveel ha kan met een tankvulling gespoten
worden
resthoeveelheid 20 liter bedraagt?
hoeveelheid middel [l of kg]
=
te behandelen oppervlakte
=
[ha]
=
7,45 [ha]
65
3000 l
200 l
400 l/ha
0,15 %
als
de
UG Nova SB 236 03/2002