142
9.6
Spuitdoppen
9.6.1
Montage van de doppen
-
Het dopfilter (9.3/1) langs de onderzijde in de
dophouder (9.3/2) inzetten.
-
De dop (9.3/3) in de bajonetkap (9.6/4)
aanbrengen.
I
Voor de verschillende spuitdoppen
worden
verschillende kleuren geboden.
-
Rubber afdichtring
inbrengen.
-
Rubber afdichting in de uitsparing van de
bajonetmoer drukken.
-
Bajonetmoer op de spuitdophouder zetten.
-
Bajonetmoer tot de aanslag vastdraaien.
9.6.2
Verwijderen van het membraan-
klepje
bij
spuitdoppen
Afzetting van spuitmiddelen op de zitting van het
membraanklepje (9.3/6) is veelal de oorzaak
voor het nadruppelen van de spuitdoppen als
de spuitsectie wordt afgesloten. De betreffende
membranen dan als volgt schoonmaken:
-
De schuif (9.3/7) in de richting van de
bajonetmoer
uit
trekken.
-
Het veerelement (9.3/8) en het membraan
(9.3/9) demonteren.
-
Membraanzitting (9.3/6) schoonmaken.
-
Montage in omgekeerde volgorde.
I
Zorg er voor, dat het veerelement op
de juiste wijze wordt gemonteerd. Het
breedste gedeelte van de schuine
kanten links en rechts van het huis
van het veerelement (9.3/10) wijzen in
de richting van het profiel van de
spuitboom.
UG Nova SB 236 03/2002
Service, reparatie en onderhoud
bajonetkappen
(9.3/5) op de spuitdop
nadruppelende
de
dophouder
(9.3/2)
2
in
1
5
3
4
Fig. 9.3
6
9
8
10
7