36
3.9
Roersysteem
3.9.1
Hydraulisch intensieve roersysteem
Fig. 3.14/...
1 - Keuzekraan voor het hydraulisch intensieve
roersysteem. Instelbaar over 6 standen "0, 1, 2,
3, 4, 5". Op stand "0" is het roerwerk
uitgeschakeld. Op stand "5" vindt de meest
intensieve
roering plaats. Over het algemeen wordt stand
"1 of 2" aan bevolen.
I
Bij het spuiten altijd met de roerstand
werken, die bij de spuitdrukinstelling
behoort.
Verandert
spuiten de roerstand, dan verandert ook
de ingestelde spuitdruk en daarmee de
afgifte (l/ha). Moet de roerstand toch
tijdens het spuiten worden
dan moet ook de spuitdruk worden
gecorrigeerd.
Naar het veld rijden met ingeschakeld roerwerk:
•
Kraan naar de spuitboom dichtzetten.
•
Aftakas inschakelen.
•
Gewenste roerstand instellen.
I
Wijkt deze roerstand af van de roerstand
die tijdens het spuiten moet worden
gebruikt, dan de roerstand voor het
spuiten terugzetten.
I
Bij het oproeren van de spuitvloeistof de
aanwijzingen
leverancier opvolgen!
)
3.9.2
Niveauafhankelijk
"Rührmatik" (alleen bij „370 tot 460
l/min"pompuitvoering)
De roercapaciteit bij de niveauafhankelijke Rührmatik
stelt zich geheel automatisch in. De roering is
intensief bij een volle tank en gering bij een laag
vloeistofniveau
in
de
roerintensiteit zich aan en wordt schuimvorming
voorkomen.
UF Nova SB 236 03/2002
Product beschrijving
men
tijdens
het
veranderd,
van
spuitmiddelen
roerintensiteit
tank. Hierdoor
past de
F
Voor verhoging van de roercapaciteit bij
niet volledig gevulde spuittank de drijver
in stand „B" vastzetten (Fig. 3.15.
1
Fig. 3.15