Inhoudsopgave
Advertenties
5.1.1.1
Spoorvolgende en universele knikdissel
Bij de UG 3000 mag de spoorvolgende en
!
universele dissel (in spoorvolgende stand)
alleen met een geremd onderstel worden
gebruikt.
I
Stuurgeometrie van de dissel aan de
trekker aanpassen
I
Onderste hefarmen van de trekker moeten
voorzien
zijn
kettingen om het heen en weer slaan van
de getrokken veldspuit te voorkomen.
Fig. 5.3 Spoorvolgende knikdissel
Fig. 5.4 Universele knikdissel
Universele dissel spoorvolgend gebruiken
-
Die fixeerstang (5.4/1) of hydrauliekcilinder (5.5/1)
voor aan de dwarsbalk (5.4/2 of 5.5/2) bevestigen.
I
Het knikpunt bevindt zich in dit geval in
het midden (5.4/3 of 5.5/3) tussen de as
van de getrokken veldspuit en de achteras
van de trekker.
F
Hydrauliekcilinder en fixeerstang mogen
in
geen
geval
gemonteerd.
Bij gebruik van
• de fixeerstang een contragewicht (5.4/4) aan het
dwarsstuk monteren.
• de hydrauliekcilinder twee contragewichten (5.5/4)
aan het dwarsstuk monteren.
Gebruik
van
de
universele
spoorvolging
voor
rijeigenschappen tijdens transport met hogere
snelheid
-
wordt de fixeerstang (5.6/1) of de
hydrauliekcilinder achter aan het chassis van de
getrokken veldspuit bevestigd. Het draaipunt
(5.6/2) bevindt zich in dit geval tussen de
hefarmen van de trekker.
Aan- en afkoppelen
stabilisatiestangen
gezamenlijk
worden
dissel
zonder
het
verbeteren
van
Fig. 5.3
of
4
2
Fig. 5.4
4
2
Fig. 5.5
2
de
Fig. 5.6
3
1
1
UG Nova SB 236 03/2002
51
3
1
Advertenties
Inhoudsopgave
