70
7.3.2.1
Aanmaken van vloeibare spuitmiddelen
-
Spuittank voor de helft met water vullen .
-
Centrale bediening van de spuitsecties in de
positie "0" op het schakelpaneel.
-
Deksel van de vulmengbak openen.
-
De driewegkranen in de posities draaien zoals in
fig. 7.8 is aangegeven.
-
Vul de mengbak (7.9/4), voor een tankvulling, met
de
berekende
en
spuitmiddel (maximaal 34 l).
-
Pomp met ca. 400 t/min aandrijven en de roering
inschakelen. Eventueel de roerintensiteit (in het
algemeen op stand „2") verhogen.
-
3-wegkraan (7.9/5) naar positie „1" draaien
(ringleiding openen).
-
De meerwegkraan (7.10/1) in de stand zoals in
fig. 7.10 verdraaien en de inhoud uit de
vulmengbak opzuigen.
F
De
meerwegkraan
verschillende tussenstanden waarmee
de opzuigsnelheid kan worden geregeld.
-
3-wegkraan in positie 3 draaien (sluiten).
-
De meerwegkraan (7.10/1) zoals in fig. 7.10
terugdraaien.
-
Ontbrekende hoeveelheid water navullen.
-
Vanaf het vullen tot het einde van het spuiten
moeten de roersystemen ingeschakeld blijven.
Bepalend hiervoor zijn de richtlijnen van de
spuitmiddelen fabrikant.
UG Nova SB 236 03/2002
In bedrijfstellen
afgemeten
hoeveelheid
(7.10/1)
heeft
1
Fig. 7.8
Fig. 7.9
Fig. 7.10
5
1
4