52
5.2
Tweeleiding-
luchtdrukreminstallatie
Aankoppelen
-
Twee
leiding
luchtdrukremsysteem
aanwezig) op de trekker aansluiten:
-
gele koppelmof aan de remleiding.
-
rode koppelmof aan de voorraadleiding.
I
Koppelmoffen
schoon maken en zorg voor een goede
aansluiting!
I
De loop van de slangen controleren! De
slangen
mogen
schuren.
-
Voor het begin van een rit de remdrukregelaar
(5.7/1) met de hendel (5.7/2) afhankelijk van de
last instellen.
Geheel gevulde spuit-
Gedeeltelijk gevulde spuit-
Lege spuit
-
Handrem (Fig. 5.8/1) lossen:
-
Draaikruk opzij van het chassis tot de aanslag
linksom draaien.
I
Om
te
controleren
functioneert,
aangetrokken handrem strak gespannen
zijn. Is dit niet het geval, dan de remkabel
met de geponste strip opspannen (zie
hiervoor hfdst. „Onderhoud")
Na
iedere
!
controleren.
-
Stopwiggen verwijderen en in de houders
(5.8/2) aan het chassis bevestigen en borgen.
UG Nova SB 236 03/2002
Aan- en afkoppelen
voor
het
bevestigen
nergens
tegenaan
vollast
halflast
-
leeg
of
de
handrem
moet
de
remkabel
montage
de
remwerking
(indien
10
3
2
10
Fig. 5.7
met
Fig. 5.8
2
1
1
3
3