Kenmerken van uw auto
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem
is
aangebracht met de volgende tekst:
1. WARNING (WAARSCHUWING)
2. SECURITY SYSTEM
(VEILIGHEIDSSYSTEEM)
4
12
Alarm
uitgescha-
keld
OJC040170
Dit systeem is ontworpen om inbraak in
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
een
sticker
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten.
Antidiefstalsysteem ingeschakeld
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder
Antidiefstal
systeem
beschreven is.
ingescha-
1. Verwijder de sleutel uit het contact en
keld
2. Controleer of alle portieren, de
Alarm
geacti-
veerd
3. Vergrendel de portieren met de
Na het voltooien van bovenstaande
stappen knipperen de
lichten eenmaal om aan te geven dat het
alarm is ingeschakeld.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap
alarmknipperlichten niet en schakelt het
antidiefstalsysteem niet in. Als alle
portieren, de achterklep en de motorkap
met de vergrendeltoets zijn gesloten,
knipperen
eenmaal.
stap uit de auto.
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn.
afstandsbediening.
alarmknipper-
open
is,
knipperen
de
alarmknipperlichten
de