Rijden met uw auto
Starten van de motor
WAARSCHUWING
• Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
schoenen, enz.)
kunnen
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het
pedaal (indien van toepassing)
bemoeilijken.
• Start de auto niet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt. De
auto kan in beweging komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
• Wacht totdat het motortoerental
normaal
is.
De
plotseling in beweging komen als
het rempedaal wordt losgelaten
bij een hoog toerental.
✽ AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme
(indien van toepassing)
Het
kickdown-mechanisme
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan 80%
wordt ingetrapt, wordt er mogelijk al met
volgas gereden en zal het gemakkelijker
zijn om het pedaal verder in te trappen.
Dit duidt niet op een storing.
5
12
Starten van de motor
(indien van toepassing)
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u
hebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is
geactiveerd.
ski-
3. Handgeschakelde transmissie - Trap
het
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
koppelings-
Houd het koppelingspedaal en het
rempedaal ingetrapt terwijl u de motor
start.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P (parkeren).
Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
auto
kan
de
selectiehendel
(neutraal).
4. Druk de toets ENGINE START/STOP
in.
Hij dient gestart te worden zonder het
gaspedaal in te trappen.
5. Breng
bedrijfstemperatuur
in
het
stationair te laten draaien. Ga rijden
met gematigde motortoerentallen.
(Vermijd krachtig accelereren en
decelereren.)
in
stand
N
de
motor
niet
op
door
hem
Starten van de dieselmotor
(indien van toepassing)
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie - Trap
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en het
rempedaal ingetrapt terwijl u de toets
ENGINE START/STOP in de stand
START drukt.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P (parkeren).
Trap het rempedaal volledig in.
De motor kan ook gestart worden met
de
selectiehendel
in
(neutraal).
stand
N