Rijden met uw auto
Voorkom bevriezing van de sloten
Spuit een goedgekeurde slotontdooier of
glycerine in het sleutelgat om bevriezing
van de sloten te voorkomen. Verwijder
het ijs van een bevroren slot door het in
te spuiten met een goedgekeurde
slotontdooier. Een inwendig bevroren slot
kunt u proberen te ontdooien met behulp
van een verwarmde sleutel. Zorg ervoor
dat u zich niet brandt aan de verwarmde
sleutel.
Gebruik goedgekeurde
ruitensproeiervloeistof
Vul het ruitensproeierreservoir met
ruitensproeierantivries
aanwijzingen op de verpakking om
bevriezing
van
het
ruitensproeier-
systeem te voorkomen.
Ruitensproeier-
antivries is verkrijgbaar bij een officiële
HYUNDAI-dealer
en
automaterialenzaken. Gebruik
koelvloeistof of andere middelen omdat
deze de lak kunnen beschadigen.
5
58
Voorkom vastvriezen van de
parkeerrem
Onder bepaalde omstandigheden kan de
parkeerrem in geactiveerde toestand
vastvriezen. De kans daar op is het
grootst als er rond de achterremmen
sprake is van een opeenhoping van
sneeuw of ijs of als de remmen nat zijn.
Als de kans bestaat dat de parkeerrem
vast gaat vriezen, gebruik hem dan
alleen maar tijdelijk tijdens het in stand P
zetten van de transmissie (automatische
transmissie) of in de 1e versnelling of
achteruit
transmissie) en het blokkeren van de
wielen.
volgens
de
parkeerrem.
Voorkom dat ijs en sneeuw zich
ophopen aan de onderzijde van
de auto
de
meeste
geen
In sommige gevallen kunnen sneeuw en
ijs zich ophopen onder de schermen en
de bewegingen van de stuurinrichting
belemmeren. Controleer regelmatig of de
onderdelen van de stuurinrichting vrij
kunnen bewegen als u in
heden rijdt waarin opeenhoping van
sneeuw of ijs het geval zou kunnen zijn
zetten
(handgeschakelde
Deactiveer
daarna
de
omstandig-
Neem de benodigde uitrusting
voor noodgevallen mee
Afhankelijk van de weersomstandig-
heden waaronder u rijdt, kan het nodig
zijn de juiste voorzorgsmaatregelen te
treffen en bepaalde zaken mee te
nemen. Onder deze zaken vallen
bijvoorbeeld
sneeuwkettingen,
sleepkabel of -ketting, een zaklantaarn,
een alarmknipperlicht, zand, een schep,
hulpstartkabels,
een
ruitenkrabber,
handschoenen, een stuk zeil of een
kleed, een deken, enz.
Plaats geen voorwerpen of
materialen in de motorruimte.
Het
plaatsen
van
voorwerpen
materialen die koeling van de motor
verhinderen, in de motorruimte, kan een
storing of verbranding veroorzaken. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor de
schade veroorzaakt door een dergelijke
plaatsing.
een
of