Rijden met uw auto
Trap voor een soepele en veilige
bediening het rempedaal in bij het
overschakelen van stand N (neutraal)
naar een vooruitversnelling of de
achteruitversnelling.
WAARSCHUWING
- Automatische transmissie
• Controleer altijd de omgeving
rond de auto op de aanwezigheid
van anderen, in het bijzonder
kinderen,
alvorens
transmissie in stand D (drive) of
R (achteruit) zet.
• Controleer altijd of stand P
(parkeren) is ingeschakeld, trek
de parkeerrem volledig aan en zet
de motor uit voordat u de auto
verlaat. Als deze
maatregelen
niet
opgevolgd
kan
onverwacht
en
plotseling
beweging komen.
• Rem op een glad wegdek niet
snel af op de motor (schakelen
vanuit een hoge naar een lage
versnelling). Anders kan de auto
in een slip raken en een ongeval
veroorzaken.
5
24
OPMERKING
• Geef,
transmissie te voorkomen, geen
gas wanneer stand R (achteruit)
of
een
snellingen is ingeschakeld en het
rempedaal ingetrapt is.
• Houd de auto bij stilstaan op een
helling nooit op zijn plaats door
gas
te
bedrijfsrem of de parkeerrem.
u
de
• Schakel
(neutraal) of P (parkeren) in stand
D (drive) of R (achteruit) wanneer
het motortoerental hoger is dan
het stationaire toerental.
voorzorgs-
worden
de
auto
in
om
schade
aan
de
van
de
vooruitver-
geven.
Gebruik
de
niet
van
stand
N
Standen selectiehendel
P (parkeren)
Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat stand P
(parkeren) wordt ingeschakeld. In deze
stand
zijn
de
transmissie
voorwielen geblokkeerd.
WAARSCHUWING
• Wanneer stand P (parkeren)
tijdens
het
rijden
ingeschakeld,
blokkeren
aangedreven wielen en raakt u de
controle over de auto kwijt.
• Gebruik stand P (parkeren) niet in
plaats van de parkeerrem. Zorg er
altijd voor dat de selectiehendel
in stand P (parkeren) staat en dat
de parkeerrem is geactiveerd.
• Laat een kind nooit zonder
toezicht achter in de auto.
OPMERKING
De transmissie kan beschadigd
raken wanneer u stand P (parkeren)
tijdens het rijden inschakelt.
en
de
wordt
de