START/RUN
Handgeschakelde transmissie
Om de motor te starten trapt u het
koppelingspedaal en het rempedaal in en
drukt u de toets ENGINE START/STOP
in met de selectiehendel in stand N
(neutraal).
Automatische transmissie
Om de motor te starten trapt u het
rempedaal in en drukt u de toets
ENGINE START/STOP in met de
selectiehendel in stand P (parkeren) of N
(neutraal). Start de motor, voor uw eigen
veiligheid, met de selectiehendel in stand
P (parkeren).
✽ AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP
indrukt zonder het koppelingspedaal
(handgeschakelde transmissie) of zonder
het rempedaal (automatische
missie) in te trappen, slaat de motor niet
aan. De stand van de toets ENGINE
START/STOP verandert dan als volgt:
OFF ➔ACC ➔ ON ➔ OFF of ACC
✽ AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP
lang in stand ACC of ON laat staan,
raakt de accu ontladen.
Niet verlicht
WAARSCHUWING
• Druk
de
START/STOP nooit in terwijl de
auto rijdt. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen
en neemt de remkracht af, wat tot
een ongeval kan leiden.
• Het
stuurslot
toepassing)
vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P
(parkeren) is ingeschakeld, trek
de parkeerrem volledig aan en zet
de motor uit voordat u de auto
verlaat. Als deze
maatregelen
opgevolgd,
onverwacht
beweging komen.
trans-
(Vervolg)
• Steek nooit tijdens het rijden uw
toets
ENGINE
• Plaats geen losse voorwerpen
(indien
van
dient
niet
ter
voorzorgs-
niet
worden
kan
de
auto
en
plotseling
in
(Vervolg)
Rijden met uw auto
hand door het stuurwiel om de
toets ENGINE START/STOP of
andere bedieningsorganen te
bedienen. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen,
wat kan leiden tot een ongeval en
ernstig letsel.
rondom
de
bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
5 11