✽ AANWIJZING
Kleine kinderen zijn bij een aanrijding
het best beschermd als ze goed vastgezet
op de achterbank vervoerd worden in
een wettelijk goedgekeurd kinderzitje.
Controleer voor de aanschaf van een
kinderzitje of het voorzien is van een
label
waarop
staat
desbetreffende
zitje
goedgekeurd is. Het kinderzitje moet
geschikt zijn voor de lengte en het
gewicht van het kind dat er in vervoerd
moet worden. Ook deze informatie moet
op het label van het kinderzitje vermeld
staan. Raadpleeg "Kinderzitjes" in dit
hoofdstuk.
Grotere kinderen
Kinderen die te groot zijn voor een
kinderzitje moeten plaatsnemen op de
achterbank en gebruik maken van de
aanwezige
heupgedeelte van de gordel moet zo
strak en laag mogelijk gedragen worden.
Controleer regelmatig of de gordel goed
dat
het
aanligt. Door de bewegingen van het kind
wettelijk
kan de gordel niet meer in de juiste
positie komen te liggen. Bij een
aanrijding zitten kinderen het veiligst op
de achterbank als ze op de juiste manier
gebruik maken van de
gordels. Als een groter kind (ouder dan
12) op de voorstoel vervoerd moet
worden, moet het kind de
gordel op de juiste manier dragen en
moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren worden geplaatst. Kinderen tot
en
met
12
plaatsnemen op de achterbank en de
gordel op de juiste manier dragen.
Vervoer NOOIT een kind jonger dan 12
jaar op de voorstoel. Gebruik NOOIT een
kinderzitje waarbij het kind met het
gezicht naar achteren gericht op de
voorstoel zit.
driepuntsgordels.
Het
veiligheids-
driepunts-
jaar
moeten
altijd
Veiligheidsysteem van uw auto
Probeer het kind verder naar het midden
plaats te laten nemen wanneer het
schoudergedeelte over de hals of het
gezicht van het kind loopt. Maak gebruik
van
een
kinderzitje
wanneer
schoudergordel hun gezicht of hals nog
steeds raakt.
WAARSCHUWING
- Schoudergordels en kleine
kinderen
• Laat een schoudergordel nooit
het gezicht of de hals van een
kind raken tijdens het rijden.
• Als de veiligheidsgordels niet op
de
juiste
manier
gedragen en afgesteld zijn, kan
een kind ernstig letsel oplopen.
de
worden
3 27