Onderhoud
WAARSCHUWING
• Controleer
de
spanning
regelmatig.
Controleer
de
daarnaast
op
slijtage
beschadigingen.
altijd een
bandenspannings-
meter.
• Banden met een te hoge of
een te lage spanning hebben
een negatieve invloed op het
rijgedrag en kunnen ervoor
zorgen dat u de macht over de
auto verliest, waardoor een
aanrijding met (ernstig) letsel
het
gevolg
kan
aanbevolen bandenspanning
staat in dit instructieboekje en
op het bandenspanningslabel
op
de
middenstijl
bestuurderszijde.
7
32
(Vervolg)
• Versleten
banden-
ongelukken
Vervang
banden
(ongelijkmatig) versleten of
en
beschadigd zijn.
Gebruik
• Controleer
spanning van het reservewiel.
Het wordt aanbevolen om bij
het
controleren
bandenspanning ook die van
het
controleren.
zijn.
De
aan
(Vervolg)
banden
kunnen
veroorzaken.
banden
die
de
banden-
van
de
reservewiel
te
Wielen verwisselen
Om de banden zo gelijkmatig
mogelijk te laten slijten wordt
aangeraden de wielen iedere 12.000
km
of
eerder,
indien
slijtagepatroon daartoe aanleiding
geeft, te verwisselen.
Controleer bij het verwisselen van de
wielen tevens de balans.
Controleer
de
banden
verwisselen van de wielen op
ongelijkmatige
slijtage
beschadigingen. Abnormale slijtage
wordt meestal veroorzaakt door een
onjuiste
bandenspanning,
onjuiste
wieluitlijning,
veelvuldig hard remmen en snelle
bochten. Controleer het profiel en de
zijkant van de band op zwellingen.
Vervang de band wanneer u deze
aantreft. Vervang de band als het
canvas of de koordlagen zichtbaar
zijn. Breng na het verwisselen van de
wielen de banden op de juiste
spanning
en
controleer
wielmoeren vastzitten.
Zie "Banden en velgen" in hoofdstuk
8.
het
bij
het
en
een
onbalans,
of
de