OPMERKING
- Bandenspanning
Let altijd op het volgende:
• Controleer
de
banden-
spanning bij koude banden.
(Nadat er de laatste drie uur
niet met de auto is gereden of
niet meer dan 1,6 km.)
• Controleer
ook
altijd
spanning van het reservewiel.
• Overschrijd het laadvermogen
van de auto niet. Plaats niet te
veel bagage op het roof rack
als
uw
auto
hiermee
uitgerust.
• Versleten,
oude
kunnen
ongelukken
veroorzaken. Vervang
band als het profiel erg
versleten is of als de band
beschadigd is.
Controleren bandenspanning
Controleer
minstens eenmaal per maand.
Controleer ook de spanning van het
reservewiel.
Controle
Gebruik een goed kwaliteit meter om
de bandenspanning te meten. Het is
de
onmogelijk de bandenspanning te
beoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Radiaalbanden
lijken ook op de juiste spanning te
zijn als de bandenspanning te laag
is
is.
Controleer de bandenspanning bij
banden
koude banden. - "Koude" banden wil
zeggen dat er de laatste drie uur niet
een
met de auto is gereden of niet meer
dan 1,6 km.
de
bandenspanning
Onderhoud
Verwijder de ventieldop. Druk de
bandenspanningsmeter stevig op het
ventiel om de spanning te meten. Als
de bandenspanning overeenkomt
met de aanbevolen druk op de band
en het informatielabel, hoeft hij niet
te worden aangepast. Corrigeer de
bandenspanning tot het aanbevolen
niveau als de spanning te laag is.
Druk als de bandenspanning te hoog
is het metalen pennetje in het
midden van het ventiel in om lucht uit
de band te laten lopen. Controleer de
bandenspanning opnieuw met de
bandenspanningsmeter. Plaats de
ventieldopjes altijd terug op de
ventielen. Ze zorgen ervoor dat er
geen vuil of vocht in de ventielen
terechtkomt waardoor er lekken
kunnen ontstaan.
7 31