Rijden met uw auto
Rijden met een aanhanger
Voor het rijden met een aanhanger is
enige ervaring vereist. Ga, voordat u zich
op de openbare weg begeeft, eerst
oefenen met het rijden met een
aanhanger. Probeer vertrouwd te raken
met het gewijzigde stuur- en remgedrag.
Houd altijd in gedachten dat de auto met
aanhanger langer is en minder snel
reageert.
Controleer voordat u gaat rijden de
bevestiging van de koppeling en de
losbreekvoorziening,
de
aansluiting, de verlichting, de banden en
de afstelling van de spiegels. Als de
aanhanger is voorzien van elektrische
remmen, controleer dan de remmen door
langzaam te gaan rijden met de
aanhanger en de remmen handmatig te
bekrachtigen. Dit is tevens een goede
controle van de elektrische aansluiting.
Controleer tijdens het rijden af en toe of
de lading nog goed vastzit en of de
verlichting en de remmen nog werken.
5
62
Afstand tot voorganger
Houd tenminste tweemaal zo veel
afstand als tijdens het rijden zonder
aanhanger. Hierdoor kunt u plotselinge
remacties
voorkomen.
Inhalen
Het inhalen met een aanhanger neemt
meer tijd in beslag. Bovendien moet u
door de extra lengte de in te halen auto
verder voorbij voordat u weer terug kunt
elektrische
keren naar de oorspronkelijke rijbaan.
en
uitwijkmanoeuvres
Achteruitrijden
Houd het stuurwiel aan de onderzijde
vast met één hand. Beweeg uw hand
naar links om de aanhanger naar links te
laten gaan. Beweeg uw hand naar rechts
om de aanhanger naar rechts te laten
gaan. Rijd altijd langzaam achteruit en
laat u indien mogelijk door iemand
anders begeleiden
Rijden in bochten
Rijd met een aanhanger ruimer door
bochten dan normaal. Anders kan de
aanhanger te veel naar binnen komen en
stoepranden, verkeersborden, bomen
enz. raken. Voorkom schokkerige en
plotselinge manoeuvres. Geen ruim van
tevoren richting aan.