Kenmerken van uw auto
Bediening verlichting
De lichtschakelaar heeft een stand voor
het dimlicht en het parkeerlicht.
Draai, om de verlichting te bedienen, de
knop
op
het
uiteinde
combischakelaar naar een van de
volgende standen:
(1) Stand UIT
(2) Stand parkeerlicht
(3) Stand dimlicht
(4) Automatisch (indien van toepassing)
4
76
OED040045
Stand parkeerlicht (
Als de lichtschakelaar in de stand
parkeerlicht staat (1e stand), branden de
achterlichten,
kentekenplaatverlichting
van
de
dashboardverlichting.
OED040046
)
Stand dimlicht (
Als de lichtschakelaar in de stand
dimlicht staat (2e stand), branden de
het
parkeerlicht,
de
koplampen,
en
de
parkeerlicht, de kentekenplaatverlichting
en de dashboardverlichting.
✽ AANWIJZING
Om de verlichting in te kunnen schakelen
moet het contact in stand ON staan.
OED040800
)
de
achterlichten,
het