Download Print deze pagina

Sew Eurodrive MOVIDRIVE technology Technische Handleiding pagina 236

Applicatieregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor MOVIDRIVE technology:

Advertenties

Functionele veiligheid
9
Veiligheidstechnische voorwaarden
9.3.2
Vereisten voor de installatie
236
Technische handleiding – MOVIDRIVE
De componenten moeten tegen geleidende verontreiniging worden beschermd,
bijv. door de montage in een schakelkast met beschermingsgraad IP54 conform
IEC 60529.
Onder de voorwaarde dat op de plaats van opstelling geen geleidende verontreini-
ging kan optreden, is ook een overeenkomstig lagere beschermingsgraad van de
schakelkast met inachtneming van de geldende normen, bijv. EN 60204-1, toege-
staan.
De bedrading moet overeenkomstig de norm EN 60204-1 worden uitgevoerd.
De STO-stuurstroomleidingen moeten volgens de EMC-norm en als volgt worden
gelegd:
– In een montageruimte kunnen enkele aders worden gelegd.
– Buiten een gesloten inbouwruimte moeten afgeschermde leidingen permanent
(vast) gelegd en tegen externe beschadigingen beschermd worden of er moe-
ten gelijkwaardige maatregelen worden getroffen.
– De voor de specifieke toepassing geldende voorschriften moeten in acht wor-
den genomen.
– De M- en P-kabels van de/het externe veiligheidsbesturing/veiligheidsrelais
naar het apparaat moeten dicht tegen elkaar en met een kabellengte ≤ 100 m
worden gelegd.
– De M- en P-kabels van de externe veiligheidsvoorziening naar het apparaat
moeten dezelfde lengte hebben. Een lengteverschil ≤ 3% tussen de kabels is
toegestaan.
– U moet er door middel van geschikte maatregelen voor zorgen dat de STO-
stuurstroomleidingen ruimtelijk gescheiden van de vermogensleidingen worden
gelegd. Daarvan uitgezonderd zijn de speciaal voor deze toepassing door
SEW-EURODRIVE vrijgegeven kabels.
De STO-schakeling herkent geen kortsluiting en externe spanning in de aanvoer-
kabel, dus moet u voor het volgende zorgen:
– geen spanningsoverdracht naar de STO-stuurstroomleidingen
– de externe veiligheidsbesturing detecteert een kortsluiting van een externe po-
tentiaal naar de STO-stuurstroomleidingen
Bij het configuratie van de veiligheidscircuits moeten de voor de veiligheidscompo-
nenten gespecificeerde waarden strikt worden aangehouden.
Het STO-signaal (F_STO_P1, F_STO_P2 en F_STO_M) mag niet voor retourmel-
dingen worden gebruikt.
Voor de veiligheidsbesturing/het veiligheidsrelais mogen alleen geaarde span-
ningsbronnen met een veilige scheiding (PELV) volgens EN 61131-2 en
EN 60204-1 worden gebruikt.
Als er meerdere spanningsbronnen worden gebruikt, moet elke spanningsbron op
randaarde worden aangesloten.
Bij het plannen van de installatie dienen de technische gegevens van het apparaat
te worden aangehouden.
De aansluiting X6:5 (24 V_Out) van het apparaat mag niet voor op de veiligheid
gerichte toepassingen worden gebruikt. De spanning is alleen toegestaan voor de
voeding van de aansluiting voor een veilige uitschakeling X6 bij een ingestoken
doorverbindingstekker.
Voor op de veiligheid gerichte toepassingen met het apparaat moet de doorverbin-
dingsstekker op de STO-ingang X6 worden verwijderd.
®
technology

Advertenties

loading