Bedrijf
6
Foutbeschrijving basisapparaat
6.5.7
Fout 9 Regelmethode
Subfout: 9.1
Beschrijving: Magnetisatie van de motor niet mogelijk
Reactie: Eindtrapblokkering
De gebruikersgedefinieerde stroomsterktegrens of de eindtrap-
bewaking heeft de mogelijke maximale stroom zover geredu-
ceerd dat de benodigde magnetisatiestroom niet kan worden
ingesteld.
Subfout: 9.2
Beschrijving: Vereiste bedrijfsmodus met actieve regelmethode niet mogelijk
Reactie: Eindtrapblokkering
De actuele FCB heeft een bedrijfsmodus geactiveerd. De actie-
ve regelmethode ondersteunt deze bedrijfsmodus niet, bijv.
"Positieregeling" of "Koppelregeling" bij regelmethode U/f.
Subfout: 9.3
Beschrijving: Absolute rotorpositie niet aanwezig
Reactie: Eindtrapblokkering
Voor de actieve regelmethode is een absolute rotorpositie no-
dig. De onder "Bron van actueel toerental" geselecteerde enco-
der stelt geen absolute rotorpositie beschikbaar.
Subfout: 9.4
Beschrijving: Correcte stroomvoorziening van de motor niet mogelijk
Reactie: Eindtrapblokkering
Tijdens de voormagnetisatie kon de vereiste stroomsterkte niet
worden ingesteld.
Subfout: 9.5
Beschrijving: Maximale uitgangsfrequentie overschreden
Reactie: Eindtrapblokkering
Maximale uitgangsfrequentie overschreden.
Subfout: 9.6
Beschrijving: Maximaal modeltoerental overschreden
Reactie: Eindtrapblokkering
Het in de regelmethode ELSM® berekende toerental van de
aandrijving is te hoog voor de motorregeling.
Subfout: 9.8
Beschrijving: Fout fluxmodel
Reactie: Eindtrapblokkering
De door het motormodel berekende rotorflux is niet geldig of de
berekende inductiespanning is te laag.
Subfout: 9.9
Beschrijving: Parametermeting met actief motortype niet mogelijk
Reactie: Eindtrapblokkering
Het meten van de parameters is alleen mogelijk bij de motorty-
pes "asynchroon" en "synchroon". Niet bij reluctantie- en
LSPM-motoren.
126
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
®
technology
Maatregel
– Belasting eindtrap reduceren, bijvoorbeeld door reducering
van de PWM-frequentie of vermindering van de belasting.
– Gebruikergedefinieerde stroomsterktegrens verhogen.
Maatregel
Een regelmethode in gebruik nemen die de vereiste bedrijfs-
modus mogelijk maakt. Sluit eventueel een encoder aan. Se-
lecteer een bedrijfsmodus die door de actuele regelmethode
wordt ondersteund.
Maatregel
Absolute encoder gebruiken of rotorpositie via FCB 18 identifi-
ceren.
Maatregel
Bekabeling controleren of de functie "Stroomsterktebewaking
tijdens de voormagnetisatie" deactiveren.
Maatregel
Maximaal toerental reduceren.
Maatregel
Indien mogelijk "aftastcyclus n-/x-regeling" verkleinen of het
toerental verminderen.
Maatregel
– Configuratiedata controleren.
– Motorgegevens controleren.
– Machine controleren: Stilstand of een te laag toerental.
– Aansluitkabel tussen regelaar en motor controleren
– Neem contact op met de klantenservice van SEW-
EURODRIVE.
Maatregel
Selecteer het juiste motortype.