Functionele veiligheid
9
Geïntegreerde veiligheidstechniek
9.2.4
Veiligheidsfuncties van de aandrijvingen
232
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Met betrekking tot de aandrijving kunnen de volgende veiligheidsfuncties van de aan-
drijvingen worden gebruikt:
•
STO (Safe Torque Off (veilig uitgeschakeld koppel) conform IEC 61800-5-2) door
uitschakeling van de STO-ingang.
Als de STO-functie geactiveerd is, levert de frequentieregelaar geen koppel gene-
rerende energie aan de motor. Deze veiligheidsfunctie van de aandrijving komt
overeen met het ongecontroleerd stilzetten conform EN 60204-1, stopcategorie 0.
De STO-ingang moet met een geschikt(e) extern(e) veiligheidsbesturing/veilig-
heidsrelais uitgeschakeld worden.
De volgende afbeelding laat de STO-functie zien:
v
v
Snelheid
t
Tijd
t
Tijdstip waarop het STO wordt geactiveerd
1
Uitgeschakeld bereik
•
SS1(c)
(SS1-t)
(Safe Stop 1 (veilige stop), functievariant c conform IEC
61800-5-2) door geschikte externe aansturing (bijv. veiligheidsrelais met vertraag-
de uitschakeling).
De onderstaande volgorde moet worden aangehouden:
– Aandrijving met geschikte remintegrator langs de setpointinstelling vertragen.
– Uitschakelen van de STO-ingang (= activeren van de STO-functie) na een vast-
gelegde, op de veiligheid gerichte vertraging.
Deze veiligheidsfunctie van de aandrijving komt overeen met het ongecontroleerd
stilzetten conform EN 60204-1, stopcategorie 1.
De volgende afbeelding verduidelijkt de functie SS1(c) (SS1-t):
®
technology
t
1
t
2463228171