Subfout: 13.9
Beschrijving: Kwadrantencontrole
Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel
Er is een fout opgetreden bij de kwadrantencontrole (sinusen-
coder).
Subfout: 13.10
Beschrijving: Controle van het bereik van de positietolerantie
Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel
De positie ligt buiten het tolerantiebereik.
Subfout: 13.11
Beschrijving: Data-time-out
Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel
Time-out van de procesdata van de encoder.
Subfout: 13.12
Beschrijving: Noodgeval
Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel
De encoder heeft een noodgeval gemeld.
Subfout: 13.13
Beschrijving: Storing tijdens de initialisatie
Reactie: Encoder 1 – fout actueel
Bij de initialisatie is een communicatiefout opgetreden.
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Foutbeschrijving basisapparaat
Maatregel
– Apparaat uit- en weer inschakelen.
– Bedrading controleren.
– Storingsbronnen controleren (bijv. buiten het bereik van de
EMC).
– Encoder controleren. Indien nodig, vervangen.
Aanwijzing: In de handmatige modus "noodmodus" kan de
aandrijving ook zonder de foute externe positie-encoder met de
motor-encoder worden verplaatst.
Maatregel
– Inbedrijfstellingsparameters controleren.
– Bedrading controleren.
– Storingsbronnen controleren (lichtstraalonderbreking, reflec-
tor, datakabels enz.).
– Encoder vervangen.
Aanwijzing: In de handmatige modus "noodmodus" kan de
aandrijving ook zonder de foute externe positie-encoder met de
motor-encoder worden verplaatst.
Maatregel
– Storingsbronnen controleren (bijv. buiten het bereik van de
EMC).
– Inbedrijfstellingsparameters controleren.
Aanwijzing: In de handmatige modus "noodmodus" kan de
aandrijving ook zonder de foute externe positie-encoder met de
motor-encoder worden verplaatst.
Maatregel
– Storingsbronnen controleren (bijv. buiten het bereik van de
EMC).
– Inbedrijfstellingsparameters controleren.
Aanwijzing: In de handmatige modus "noodmodus" kan de
aandrijving ook zonder de foute externe positie-encoder met de
motor-encoder worden verplaatst.
Maatregel
– Parameterinstelling controleren.
– Baudrate controleren.
– Ervoor zorgen dat de CANopen-interface bij de encoder
(Node-ID) correct is ingesteld.
– Bedrading controleren.
Aanwijzing: In de handmatige modus "noodmodus" kan de
aandrijving ook zonder de foute externe positie-encoder met de
motor-encoder worden verplaatst.
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Bedrijf
6
131
®
technology