Bedrijf
6
Foutbeschrijving basisapparaat
Subfout: 28.6
Beschrijving: FCB 11/12 – eindschakelaar/referentienok niet in één lijn/overlappend met vaste aanslag
Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering
Tijdens de referentiecyclus op vaste aanslag werd er een hard-
ware-eindschakelaar of referentienok bereikt die niet was gese-
lecteerd.
Tijdens de referentiecyclus op vaste aanslag met geselecteer-
de hardware-eindschakelaar of referentienok werd de vaste
aanslag bereikt zonder dat de hardware-eindschakelaar of de
referentienok bereikt werden.
Subfout: 28.7
Beschrijving: FCB 21 – testkoppel groter dan maximaal koppel op de motoras
Reactie: Eindtrapblokkering
Het vereiste testkoppel voor de remtest is groter dan het maxi-
male koppel. Het kan niet door de combinatie van motor en re-
gelaar worden gegenereerd.
Subfout: 28.8
Beschrijving: FCB 21 – testkoppel niet bereikt
Reactie: Eindtrapblokkering
Het vereiste testkoppel voor de remtest overschrijdt de geldige
grenswaarden.
Subfout: 28.9
Beschrijving: FCB 18 – identificatie van rotorpositie niet mogelijk
Reactie: Eindtrapblokkering
De identificatie van de rotorpositie is met een incrementele en-
coder gestart maar werd voortijdig beëindigd.
Het resultaat van de identificatie van de rotorpositie kan niet in
de encoder worden opgeslagen.
De combinatie van de bedrijfsmodus "Automatisch" en geheu-
genlocatie "Encoder" is niet toegestaan.
Subfout: 28.10
Beschrijving: FCB 25 – motorfases asymmetrisch
Reactie: Eindtrapblokkering
Bij het meten van de statorweerstanden werden in de 3 fases
zeer uiteenlopende waarden geregistreerd.
Subfout: 28.11
Beschrijving: FCB 25 – minstens één fase is hoogohmig
Reactie: Eindtrapblokkering
Bij het meten van de motorparameters kon ten minste één mo-
torfase niet worden gemeten.
Subfout: 28.12
Beschrijving: FCB 25 – time-out bij RS-meting
Reactie: Eindtrapblokkering
De motorparametermeting werd bij draaiende motor geacti-
veerd.
Subfout: 28.13
Beschrijving: FCB 25 – identificatiekarakteristiek niet mogelijk
Reactie: Eindtrapblokkering
De motorparametermeting maakt een eenduidige identificatie
van de karakteristiek niet mogelijk.
152
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
®
technology
Maatregel
Controleer of de parameters correct voor de referentiecyclus
zijn ingesteld.
Controleer of de parameters correct voor de referentiecyclus
zijn ingesteld.
Maatregel
Testkoppel reduceren.
Maatregel
– Testkoppel reduceren.
– Grenswaarden controleren.
Maatregel
– Start de identificatie van de rotorpositie opnieuw.
– Controleer of de encoder correct is aangesloten.
– Controleer of de encoder defect is.
"Regelaar" als opslaglocatie selecteren.
De bedrijfsmodus op "Handmatig" of de geheugenlocatie op
"Regelaar" instellen.
Maatregel
– Controleer of de motor correct is aangesloten.
– Controleer alle contactpunten op motor en regelaar.
– De motor en de voedingskabel op beschadigingen controle-
ren.
Maatregel
– Controleer of de motor correct is aangesloten.
– Controleer alle contactpunten op motor en regelaar.
– De motor en de voedingskabel op beschadiging controleren.
Maatregel
– De motor stoppen.
– De motorparametermeting bij stilstaande motor starten.
Maatregel
Neem contact op met de klantenservice van SEW-
EURODRIVE.