Bedrijf
6
Foutbeschrijving basisapparaat
Subfout: 50.6
Beschrijving: Time-out van de gereedmelding
Reactie: Eindtrapblokkering
Kaart is geboot, een cyclische communicatie is echter niet mo-
gelijk.
Subfout: 50.7
Beschrijving: Frame-fout van de optiekaart
Reactie: Eindtrapblokkering
De communicatie tussen de optiekaart en het basisapparaat is
fout.
6.5.37
Fout 51 Analoge verwerking
Subfout: 51.1
Beschrijving: Analoge stroomingang 4 mA-limiet
Reactie: Waarschuwing met automatisch resetten
De stroomsterkte op de ingang is minder dan 4 mA.
6.5.38
Fout 52 Ex-beveiligingsfunctie categorie 2
Subfout: 52.1
Beschrijving: Inbedrijfstellingsfout
Reactie: Eindtrapblokkering
Er is geen geldige inbedrijfstelling beschikbaar.
Subfout: 52.2
Beschrijving: Ontoelaatbare systeemfunctie
Reactie: Eindtrapblokkering
Er is een ontoelaatbare systeemfunctie geactiveerd.
Subfout: 52.3
Beschrijving: Regelaar te groot
Reactie: Eindtrapblokkering
De verhouding van de regelaarstroomsterkte t.o.v de nominale
motorstroomsterkte is te groot.
Subfout: 52.4
Beschrijving: Parametrering van de stroomgrenskenmerken
Reactie: Eindtrapblokkering
Er is een fout bij het instellen van de grenskarakteristiek van de
stroomsterkte opgetreden.
Subfout: 52.5
Beschrijving: Overschrijding van de tijdsduur f < 5 Hz
Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering
De tijdsduur van 60 s voor f < 5 Hz werd overschreden.
164
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
®
technology
Maatregel
– De insteekplaats en montage van de kaart controleren en in-
dien nodig corrigeren.
– De EMC-compatibele installatie controleren.
– Het apparaat opnieuw starten.
Maatregel
–
Maatregel
De stroomsterkte op de ingang controleren.
Maatregel
Inbedrijfstelling uitvoeren.
Maatregel
Bij actieve Ex-beschermingsfunctie niet toegelaten functies uit-
schakelen, bijvoorbeeld "Stilstandstroom activeren" = "Aan" in
de actieve regelmethode.
Maatregel
Toewijzing Motor/regelaar controleren, configuratie van de in-
stallatie corrigeren.
Maatregel
– Parametrering van de stroomgrenskarakteristiek uitvoeren.
– Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren.
Maatregel
Configuratie van de installatie controleren: Bij toerentalregeling
= FCB05 toerental verhogen, bij toerental = 0 eindtrap blokke-
ren/bij stop-FCB's remfunctie activeren, als een rem aanwezig
is.