8.6
Diagnose
8.6.1
Diagnosedata slave
De PROFIBUS-interface MFP meldt alle optredende fouten via het diagnosekanaal van
de PROFIBUS-DP aan de besturing. Deze foutmeldingen over de desbetreffende sys-
teemfuncties (bijv. bij de plc S7-400 over diagnose-alarm OB 82/SFC 13) worden in de
besturing verwerkt.
De volgende afbeelding laat zien de structuur van de diagnosedata zien die gevormd
worden door de diagnose-informatie volgens EN 50170 (deel 2) en (in geval van
storingen bij MOVIMOT
Byte 0:
Byte 1:
Byte 2:
Byte 3:
Byte 4:
Byte 5:
Byte 6:
Byte 7:
X
[...] Bevat constante codes van MFP, de rest is variabel
De codering van de bytes 0 – 3 is gedefinieerd in EN 50170 (deel 2). De bytes 4, 5 en
6 bevatten over het algemeen de in de afbeelding weergegeven constante codes.
Byte 7 bevat:
•
•
Handboek – PROFIBUS-interfaces, -veldverdelers
Functie van de PROFIBUS-interface MFP
®
/MFP) door de apparaatspecifieke diagnosedata.
Stationstatus 1
Stationstatus 2
Stationstatus 3
Adres DP-master
Ident-nummer High [60]
Ident-nummer Low [01]
Header [02]
Foutcode MOVIMOT
DIN/EN
Alleen in geval van storing
®
MOVIMOT
-foutcodes (zie desbetreffende technische handleiding van MOVIMOT
of
MFP-foutcodes: foutcode 91
®
fouten/MOVIMOT
-fouten" (Æ pag. 82))
Diagnose
®
/MFP
= SYS-FAULT (zie hoofdstuk "MFP-systeem-
dec
X
X
8
®
)
83