Veiligheidsaanwijzingen
3
Elektrische aansluiting
3.7
Elektrische aansluiting
3.8
Veilige scheiding
3.9
Bedrijf
10
Neem bij werkzaamheden aan onder spanning staande veldverdelers, veldbusinter-
®
faces en MOVIMOT
-regelaars de geldende nationale veiligheidsvoorschriften (bijv.
BGV A3) in acht.
De elektrische installatie moet volgens de desbetreffende voorschriften worden uitge-
voerd (bijv. kabeldoorsneden, beveiligingen, aardverbinding). Verdere aanwijzingen
met betrekking tot dit onderwerp zijn opgenomen in de documentatie.
Aanwijzingen voor de EMC-genormeerde installatie, zoals afscherming, aarding, plaat-
sing van filters en leggen van de leidingen, zijn te vinden in de documentatie van de
®
MOVIMOT
-regelaars. De fabrikant van de machine of installatie is verantwoordelijk
voor de naleving van de in de EMC-wetgeving vereiste grenswaarden.
Veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen moeten aan de geldende voorschriften
voldoen (bijv. EN 60204 of EN 61800-5-1).
De veldverdelers en veldbusinterfaces voldoen aan alle eisen voor de veilige scheiding
van vermogens- en elektronica-aansluitingen overeenkomstig EN 61800-5-1. Om de
veilige scheiding te waarborgen moeten alle aangesloten stroomcircuits eveneens aan
de eisen voor de veilige scheiding voldoen.
Installaties waarin veldverdelers, veldbusinterfaces en MOVIMOT
bouwd, moeten eventueel met aanvullende bewakings- en beveiligingsvoorzieningen
worden uitgerust overeenkomstig de geldende veiligheidsvoorschriften, zoals de wette-
lijke bepalingen m.b.t. technisch materiaal, veiligheidsvoorschriften, enz. Bij toepas-
singen met een verhoogd veiligheidsrisico kunnen aanvullende veiligheidsmaatregelen
nodig zijn.
®
Nadat de MOVIMOT
-regelaar, de veldverdeler (indien aanwezig) of de busmodule
(indien aanwezig) gescheiden zijn van de voedingsspanning, mogen de spanningsvoe-
rende onderdelen van het apparaat en de vermogensaansluitingen niet onmiddellijk
worden aangeraakt, omdat de condensatoren nog opgeladen kunnen zijn. Wacht min-
stens één minuut na uitschakeling van de voedingsspanning.
Zodra de voedingsspanningen op de veldverdeler, de veldbusinterfaces en de
®
MOVIMOT
-regelaar staan, moeten de behuizingen gesloten zijn. Dat betekent:
®
•
De MOVIMOT
-regelaar vastgeschroefd moet zijn.
•
Het klemmenkastdeksel van de veldverdeler (indien aanwezig) en de veldbusinter-
face (indien aanwezig) moet vastgeschroefd zijn.
•
De steker van de hybride kabel (indien aanwezig) moet aangesloten en vastge-
schroefd zijn.
Let op: de werkschakelaar van de veldverdeler (indien aanwezig) scheidt alleen de aan-
®
gesloten MOVIMOT
-aandrijvingen of de motor van het net. Op de klemmen van de
veldverdeler staat na het bedienen van de werkschakelaar nog steeds de netspanning.
Als de bedrijfs-leds en andere indicatoren uitgaan, betekent dit niet automatisch dat het
apparaat van het net is losgekoppeld en spanningsloos is.
®
Handboek – PROFIBUS-interfaces, -veldverdelers
-regelaars zijn inge-