Elektrische installatie
6
Installatieplanning vanuit EMC-optiek
6
Elektrische installatie
6.1
Installatieplanning vanuit EMC-optiek
6.1.1
Aanwijzingen voor het plaatsen en aanleggen van installatiecomponenten
34
De keuze van de juiste kabels, een correcte aarding en een functionerende potentiaal-
vereffening zijn bepalend voor een succesvolle installatie van decentrale aandrijvingen.
De geldende normen moeten altijd worden nageleefd. Bovendien moet speciaal op de
volgende punten worden gelet:
•
Potentiaalvereffening
– Onafhankelijk van de functionele aarding (aardkabelaansluiting) moet ervoor
gezorgd worden dat de potentiaalvereffening laagohmig en HF-conform is (zie
ook VDE 0113 of VDE 0100, deel 540). Bijv. door
– een vlakke verbinding van metalen installatiedelen
– toepassing van lintkabelaardingen (HF-draad)
– De kabelafscherming van datakabels mag niet voor de potentiaalvereffening
worden gebruikt.
•
Datakabels en 24V-voeding
– Deze moeten zo worden gelegd dat ze gescheiden liggen ten opzichte van kabels
die gevoelig zijn voor storingen (bijv. stuurstroomkabels van magneetkleppen en
motorkabels).
•
Veldverdeler
– Voor de verbinding tussen veldverdeler en motor adviseert SEW-EURODRIVE
de speciaal hiervoor ontwikkelde, geprefabriceerde hybride SEW-kabels.
•
Kabelwartels
– Selecteer een kabelwartel met een groot contactvlak voor de afscherming (neem
de aanwijzingen voor de selectie en correcte montage van kabelwartels in acht).
Handboek – PROFIBUS-interfaces, -veldverdelers
1138895627
1138899339